TORU 5.5 Algemeen
Beoogd gebruik
![]() | Attentie! Het A-gewogen geluidsdrukniveau van de robot is lager dan 70 dB(A). |
|---|
Het bedoelde gebruik beperkt zich uitsluitend tot de informatie in deze gebruiksaanwijzing. Elk gebruik dat afwijkt van de informatie in deze gebruiksaanwijzing geldt als oneigenlijk gebruik en kan leiden tot het verlies van de gebruiksvergunning.
Bedoeld gebruik wordt gedefinieerd als:
Werkzaamheden in magazijn voor orderpicking.
Autonoom rijden met veilige en hoge snelheden.
Autonoom grijpen, bufferen en neerzetten van gedefinieerde objecten.
Handmatig duwen van de robot, met geactiveerde noodstopknop, in een gevaarlijke situatie.
Handmatige beweging van de robot, kolom en grijper, met de noodstopknop geactiveerd, om een storing te verhelpen.
Bediening, onderhoud en reparatie door bevoegd personeel.
Onbedoeld gebruik omvat, maar is niet beperkt tot:
Gebruik met uitgeschakelde of gedemonteerde beveiligingen of behuizingsonderdelen.
Werking buiten een magazijn voor orderpicking.
Gebruik op platforms die niet voldoende zijn beveiligd met leuningen om te voorkomen dat de robot valt.
Gebruik in de buurt van trappen, hellingen en putten die niet voldoende zijn beveiligd tegen vallen van de robot.
Gebruik op vloeren die niet voldoen aan de vereisten voor veilig gebruik.
Gebruik in een omgeving met explosiegevaar.
Verplaatsen van mensen of dieren.
Bediening, onderhoud en reparatie door bevoegd personeel.
Elke verandering aan software en hardware die niet schriftelijk is goedgekeurd door de fabrikant.
Handmatig werken aan de robot zonder de noodstopknop te activeren.
Gebruiksomstandigheden
De robot rijdt autonoom door het magazijn. Autonoom rijden stelt speciale eisen aan de werkomstandigheden.
De vloer moet ten minste de volgende eigenschappen hebben:
Vrij van obstructies en onzuiverheden.
Voldoet aan de noodzakelijke VDMA-richtlijnen.
Heeft voldoende draagvermogen om de robot te laten werken.
Vlak, horizontaal en gelijkmatig volgens DIN 18202 en DIN 15185.
Mechanisch bestand tegen slijtage.
Mechanisch bestand tegen vervorming.
![]() | Waarschuwing! Gevaar voor ongelukken! De robot heeft geen mogelijkheid om de toestand van de ondergrond te controleren. Bij veranderde ondergrond kan een aanpassing van de prestaties door de fabrikant nodig zijn. Zorg ervoor dat de ondergrond niet substantieel verandert. Neem in geval van twijfel contact op met de fabrikant over de gewijzigde situatie. |
|---|
De werkomgeving van de robot moet de volgende kenmerken hebben:
Gemiddelde omgevingstemperatuur, continue werking: +22 °C.
Maximale omgevingstemperatuur, kortstondig (tot 1 uur): +35 °C.
Laagste omgevingstemperatuur: +15 °C.
Maximale luchtvochtigheid: 95%, niet-condenserend.
Hoogte: tot 2.000 m.
Vereisten voor de operator
De robot is ontworpen volgens de laatste stand van de techniek om maximale veiligheid te garanderen. Naast een veilig ontwerp is de naleving van de basisregels en het gedrag dat moet worden meegedeeld en nageleefd door de operator echter ook de beslissende factor voor een veilige werking. Een operator is elke natuurlijke of rechtspersoon namens wie de robot wordt gebruikt.
Vereisten voor de operator zijn:
Regelmatige gedocumenteerde training van personeel dat in contact komt met de robot.
Voldoen aan voorschriften voor ongevallenpreventie.
De robot en het werkgebied schoon houden volgens de instructies in de handleiding.
Ervoor zorgen dat de robot uitsluitend voor het beoogde doel wordt gebruikt.
Regelmatige gedocumenteerde training van personeel dat met de robot te maken krijgt.
Bevoegd personeel
Om de robot te kunnen gebruiken zoals bedoeld, moet het personeel aan bepaalde eisen voldoen. De vereisten verschillen per groep mensen die door de operator worden aangewezen om verschillende werkzaamheden aan de robot uit te voeren.
Personeel van de operator
Opgeleid personeel:
Door de operator aangewezen om naast en met de robot te werken.
In staat om naast en met de robot te werken zonder extra gevaren te creëren.
Regelmatig en aantoonbaar getraind in het omgaan met de robot.
In staat om de risico's van het werken naast en met de robot in te schatten op basis van instructies en ervaring.
Onderhoudspersoneel:
Onderhoudspersoneel voldoet aan dezelfde eisen als getraind personeel en bovendien:
Voldoende kwalificaties en ervaring om zelfstandig gevaren te identificeren bij het onderhoud van de robot.
Regelmatig en aantoonbaar getraind in het omgaan met en onderhoud aan de robot.
Personeel fabrikant
Servicepersoneel:
Speciaal opgeleid personeel dat door de fabrikant is geautoriseerd om de robot te onderhouden.

.png?inst-v=a5276c9d-d703-4227-8c4d-b7392568c758)