Skip to main content
Skip table of contents

TORU 5.5 Ingebruikname

Technische gegevens

Aanduiding

Aanduiding

Draagvermogen

30 kg

Nominale capaciteit

100 Ah

Gewicht

230 kg

Aandrijfvermogen

2 × 534 W

Type accu

LiFePo4

max. gewicht per object

3 kg

Gewicht accu

8 × 2,8 kg

Interface

2.4 en 5 GHz

Accuspanning

24 V

Richtinggevoelige informatie

1) voor, 2) rechts, 3) achter, 4) links

De richtingsinformatie heeft betrekking op de hoofdrijrichting.

De robot kan zowel vooruit als achteruit rijden. De huidige rijrichting van de robot wordt aangegeven door de led-balken aan de voor- en achterkant. De led-balk in de rijrichting licht wit op, de led-balk tegen de rijrichting in licht rood op.

De uitgeschakelde robot controleren

Alleen onderhoudspersoneel

Nadat de robot is uitgeladen en uitgepakt, wordt aanbevolen de robot te controleren op schade en volledigheid.
Vereisten:

  • De robot is volledig uitgepakt.

  • Transportvergrendelingen zijn verwijderd.

  • De robot is uitgeschakeld.

Te controleren punten:

  • Strakke passing van de behuizingsonderdelen.

  • Stevige bevestiging van de noodstopknoppen.

  • Stevige bevestiging van de sleutelschakelaar.

  • Of de onderdelen van de behuizing onbeschadigd zijn.

  • Of de optische kappen van de laserscanners onbeschadigd zijn.

  • Of de vensters en sensoren onbeschadigd zijn.

  • Soepele werking van de kolomrotatie.

  • Soepelheid bij het duwen van de robot.

  • Vergrendeling van de rugopslag.

Als alle items zijn gecontroleerd en in orde zijn, kan de robot worden ingeschakeld en kan de controle worden voortgezet van de functionaliteit van de ingeschakelde robot.

De ingeschakelde robot controleren

Alleen onderhoudspersoneel

Vereisten:

  • Er zijn in uitgeschakelde toestand geen defecten aan de robot vastgesteld.

  • De toren is gedraaid in de richting van de rugopslag.

Uitvoering:

  1. Schakel de robot in met de sleutelschakelaar.

  2. Controleer de laadstatus van de accu's. Laad de robot indien nodig op.

  3. Verplaats de robot naar het basisstation.

  4. Rijd een kleine afstand met de robot en controleer of de handmatige signalen correct worden uitgevoerd.

  5. Kalibreer de camera's.

Als alle stappen zonder herkenbare fouten zijn uitgevoerd, kan de robot in gebruik worden genomen.

JavaScript errors detected

Please note, these errors can depend on your browser setup.

If this problem persists, please contact our support.